Steak tartare

Snijd de biefstuk heel fijn. Meng het fijngesneden vlees met de helft van de mosterd, zout en peper. Plaats steekringen (Ø 9 cm) in het midden op twee borden en verdeel de biefstuk over de ringen. Druk goed aan. Haal de steekringen er voorzichtig af.

Laat de kapperappeltjes uitlekken. Verhit de olie in een koekenpan op hoog vuur. Bak de kapperappeltjes in 4 min. krokant. Schep uit de pan en laat uitlekken op een stuk keukenpapier.

Snijd het stokbrood in plakjes en rooster goudbruin in dezelfde koekenpan.

Verwijder het klokhuis uit de appel en snijd de appel in langwerpige reepjes. Snijd de augurk fijn. Breek de eieren en bewaar de eidooiers in één helft van de eierschaal. Plaats in het midden van de steak tartaar.

Leg de waterkers om de steak tartare heen. Verdeel de kaperappeltjes, appel en augurk over het gerecht. Garneer met de tuinkers. Maak het bord af door met de overige mosterd strepen te trekken over het bord. Verdeel het grove zeezout over het geheel en serveer met het geroosterde brood.