Snijd de runderlappen in kleine blokjes en bestrooi met peper en zout. Meng het vlees met de bouillon in een pan met dikke bodem, breng aan de kook, draai het vuur laag en laat met de deksel op de pan 1,5 uur koken.

Pel en snipper de sjalotten. Pel de knoflook en snijd fijn. Snijd de kastanjechampignons in kleine blokjes. Pluk de blaadjes van de takjes dragon en snijd ⅔ deel fijn. Laat de andere blaadjes heel.

Smelt de roomboter in een pan op middelhoog vuur. Voeg de sjalotten, knoflook en kastanjechampignons toe en bak 10 min. Voeg de bloem toe en bak 2 min. mee.

Meng 1/5 van de bouillon uit de pan met de runderlappen met de slagroom in een maatbeker. Voeg het mengsel scheutje voor scheutje toe aan de pan met het champignonmengsel en roer met een spatel goed door tot een gebonden saus ontstaat. Voeg de stukjes rundvlees toe aan de saus en duw met de spatel de stukjes iets uit elkaar. Roer ook de fijngesneden dragon door de ragout en breng de ragout op smaak met peper en zout.

Verwarm de bladerdeegbakjes volgens de aanwijzingen op de verpakking. Verdeel de ragoutbakjes over de borden en schep er de runderragout in. Garneer met de overige blaadjes dragon.