Verwarm de oven voor op 180°C. Was de krieltjes en zet ze in een pan net onder water. Voeg een snufje zout toe, breng aan de kook en laat 20 min. rustig doorkoken.

Rasp de schil van de citroen (rasp het witte gedeelte niet mee, dit is bitter). Pluk de takjes dille en peterselie en hak grof. Pel de teentjes knoflook en hak een kwart hiervan fijn. Meng de citroenschil, dille, peterselie en gehakte knoflook met de kwark en panko.

Verhit de helft van de olijfolie in een grote koekenpan op middelhoog vuur. Roerbak de spinazie 4 min. tot deze geslonken is. Breng de spinazie op smaak met peper en zout en verdeel in een kleine ovenschaal.

Dep de kabeljauw droog met keukenpapier en leg deze op de spinazie. Verdeel het kwarkmengsel over de kabeljauw.

Giet de krieltjes af en laat goed uitdampen. Verdeel de krieltjes in een andere ovenschaal dan de spinazie met kabeljauw, zodat alleen de bodem bedekt is. Kneus de krieltjes met de achterkant van een lepel door er zachtjes op te drukken.

Verdeel de rest van de olijfolie over de krieltjes. Druk de rest van de teentjes knoflook plat met de achterkant van een mes. Verdeel dit, samen met de rozemarijn, over de aardappelen. Bak de krieltjes ongeveer 30 min. in de oven.

Plaats de kabeljauw bij de aardappeltjes in de oven voor ongeveer 10 tot 15 min., afhankelijk van de dikte van de kabeljauw.

Breng de krieltjes op smaak met grof zeezout en serveer met de kabeljauw.