Maak een bouillon door het water, kokosmelk, tamarinde, ketjap, gula djawa of suiker en djeruk purut op het vuur te zetten. Breng aan de kook en zet dan het vuur uit en laat dan +/- 30 min. trekken.

Maak de knoflook, gember en sjalotten schoon. Snijd de sjalotten in grove stukken.

Zet een koekenpan op het vuur. Als de pan heet is voeg je de komijn en het korianderzaad toe. Bak ca. 10 seconden aan in de hete pan. Voeg de olie toe. Voeg hierna de knoflook, sjalotten en gember toe en verhit deze tot de sjalot glazig is.

Draai ondertussen de pinda’s fijn in een keukenmachine en zet weg als ze klaar zijn.

Draai nu de sjalotten, gember en knoflook tot een gladde puree in een keukenmachine met een beetje kokosbouillon. Voeg de puree bij het bouillon. Voeg de pindakaas toe en roer op laag vuur met een garde glad.

Voeg de pinda’s toe en laat de saus nog even al roerend indikken op laag vuur. De pinda’s maken de saus iets dikker. Je kan eventueel naar eigen smaak nog extra sambal en/of ketjap toevoegen.