Snijd de ui in grove stukken. Snijd het groene deel van de prei af en snijd de rest in halve ringen. Schil de wortel en snijd in halve schijfjes.

Breng het water aan de kook en voeg de mergpijpjes, runderschenkel, ui, ¼ van de prei, ¼ van de wortel, laurierblaadjes, tijm en de helft van de bouillonblokjes toe. Schep eventueel bovendrijvend schuim af met een schuimspaan. Laat de bouillon afgedekt 3 uur trekken op laag vuur.

Maak ondertussen de soepballetjes. Meng het rundergehakt, paneermeel, ei en nootmuskaat en breng op smaak met peper en zout. Draai van het gehakt balletjes van ongeveer 20 gr.

Snijd de bleekselderij in stukjes van 1 cm. Snijd de bloemkool in roosjes.

Giet de bouillon door een fijne zeef. Snijd het vlees van de runderschenkel klein en voeg toe aan de bouillon. Breng de bouillon opnieuw aan de kook en breng op smaak met de resterende bouillonblokjes, peper en zout.

Voeg de bleekselderij, bloemkool, gehaktballetjes en resterende prei en wortel toe aan de bouillon. Breng aan de kook en laat 8 min. doorkoken op laag vuur.

Pluk de blaadjes van de takjes peterselie en bladselderij en hak deze fijn. Roer vlak voor serveren door de groentesoep.