Week de gelatine in koud water. Scheid van 2 eieren de eidooiers van de eiwitten.

Zet een halve pan water op het vuur en breng aan de kook. Neem een hittebestendige kom die net over de rand van de pan past. Doe de eidooiers, champagne en kristalsuiker in de kom en klop los.

Zet het vuur laag. Plaats de kom op de pan en klop het mengsel ongeveer 15 min. tot het luchtig en goed gebonden is. Los de gelatine op in het mengsel en laat afkoelen.

Klop ondertussen de eiwitten in een aparte kom op met een snufje zout tot het stevig is. Het moet zo stevig zijn dat je de kom ondersteboven kan houden zonder dat de eiwitten eruit vallen.

Klop in een aparte kom de slagroom op tot yoghurtdikte.

Spatel de eiwitten door het champagnemengsel, gevolgd door de slagroom. Doe dit alles met een spatel, zodat de lucht erin blijft.

Stort de champagnemousse in een bak en laat minimaal 4 uur opstijven in de koelkast.

Schep de champagnemousse in een spuitzak als deze stijf is.

Smelt de roomboter op laag vuur en zet opzij. Meng de bloem, basterdsuiker, kaneel en een snufje zout door elkaar.

Voeg de gesmolten boter en het ei toe en roer goed door. Voeg het water toe en klop het geheel goed door, tot er geen klontjes meer in het beslag zitten. Het moet ongeveer zo dik zijn als pannenkoekenbeslag. Voeg zo nodig nog extra water toe. Laat het beslag even rusten.

Verwarm ondertussen het kniepertjesijzer en vet het goed in met bakspray.

Giet 1 of 2 eetlepels beslag in het midden van het ijzer, afhankelijk van de gewenste grootte. Druk het ijzer stevig dicht en bak het beslag 40 tot 80 sec.

Haal het wafeltje van het ijzer met behulp van een platte spatel. Rol de nog warme wafeltjes om de steel van een houten lepel. Doe dit als de wafeltjes nog warm zijn, als ze koud zijn worden ze hard en zijn ze niet meer te rollen.

Vul de rolletjes kort voor serveren met champagnemousse. De wafeltjes worden zacht als de vulling er te lang in zit.