Meng het ei met 2/5e mayonaise, mosterd, chilisaus en paprikapoeder en roer goed door elkaar. Snijd de bosui in fijne ringen. Hak 2 takjes peterselie en de bieslook fijn en snijd de surimi grof. Voeg dit samen met het paneermeel toe aan het mayonaisemengsel en roer goed door. Kneed met de hand door en breng op smaak met zout en peper.

Kneed 8 balletjes van het surimimengsel, druk deze voorzichtig plat en leg op een bord. Dek af met huishoudfolie en plaats de krabkoekjes minimaal 1 uur in de koelkast.

Hak 3 takjes peterselie, het sjalotje en de augurken fijn. Meng deze met de overige mayonaise en breng op smaak met zout en peper.

Verwarm in een ruime koekenpan 3 el zonnebloemolie. Bak hierin de krabkoekjes in 8 à 10 min. gaar.

Maak ondertussen een salade door linten te schaven van de winterpeen en komkommer. Meng met de rucola, granaatappelpitjes en het sap van een halve limoen en breng op smaak met een snufje peper. Snijd de andere helft van de limoen in partjes.

Serveer de krabkoekjes met de salade, remouladesaus en een partje limoen.