Dep de kabeljauwfilets goed droog met keukenpapier. Verdeel de helft van de viskruiden over de vis en laat ongeveer 15 min. intrekken.

Breng een kleine pan water aan de kook. Verhit de grillpan op middelhoog vuur. Verwarm de frituur voor tot 180°C. Meng 5/6 van de bloem, ei, volle melk en de rest van de viskruiden tot een stevig, lopend beslag.

Bereid de ovenfriet volgens aanwijzingen op de verpakking. Schil de bospeen en halveer. Snijd de helft van de citroen in partjes. Pers het sap uit de rest van de citroen. Pluk de peterselie en hak grof.

Kook de doperwten in 3 tot 4 min. beetgaar. Gril ondertussen de gesneden bospeen 3 tot 5 min. aan op de snijkant. Plaats de laatste 5 min. bij de ovenfriet in de oven.

Verdeel de overige bloem op een plat bord. Haal de kabeljauwfilets door de bloem, schud overtollig bloem eraf. Haal de filets door het beslag en laat voorzichtig in de hete frituurolie zakken. Bak de lekkerbekjes in 5 tot 6 min. goudbruin en krokant.

Giet de doperwten af en pureer grof met een vork. Voeg de crème fraîche en een theelepel citroensap toe en roer goed door.

Serveer de lekkerbekjes met de doperwtenpuree, worteltjes, ovenfrietjes en een partje citroen. Maak het geheel af met de gehakte peterselie.