Verwarm de oven voor op 200°C. Maak de portobello’s schoon door het steeltje weg te snijden en wat van de binnenkant weg te schrapen zodat je ze kunt vullen.

Halveer de cherrytomaatjes en de mozzarellabolletjes. Pluk de blaadjes van 2 takjes van het basilicumplantje en snijd ze fijn. Meng de tomaatjes, mozzarella en basilicum met een derde van de olijfolie en peper en zout. Vul hiermee de portobello’s.

Plaats de portobello’s op een ovenplaat met bakpapier en bak gedurende 10 min. gaar in de oven.

Rooster voor de pesto de pijnboompitjes in een droge koekenpan totdat ze lichtbruin zijn en pel het teentje knoflook. Pluk de takjes van het plantje basilicum. Mix de basilicum, pijnboompitjes, Parmezaanse kaas, olijfolie, knoflook en de helft van het zout tot een gladde massa met een keukenmachine of staafmixer. Zet de pesto apart.

Kook de pasta volgens de aanwijzingen op de verpakking. Giet af en meng de zelfgemaakte pesto er door.

Meng de panko, rozemarijn, tijm, het resterende zout en de peper in een kom. Verhit de overige olijfolie in een pan. Bak hierin het mengsel al roerende in circa 3 min. goudbruin en krokant.

Schep de pappardelle op het bord, plaats de portobello op de pasta en strooi de pangrattato erover heen.