Verwarm 250 ml melk tot lauwwarm. Meng met de gist en 15 gr kristalsuiker. Laat 10 min. staan tot het mengsel begint te schuimen.

Klop ondertussen het ei los. Smelt 75 gr ongezouten roomboter. Meng 500 gr bloem met een snufje zout in een grote kom. Voeg het gistmengsel, ei en de gesmolten boter toe. Kneed tot een soepel deeg. Laat afgedekt 1 uur rijzen op een warme plek.

Snijd ondertussen de pruimen in stukjes. Voeg samen met 50 kristalsuiker toe aan een pan en breng aan de kook. Kook ca 10 min. tot een compote. Laat afkoelen.

Verwarm voor de custard 400 ml melk met het vanille-extract. Klop de eidooiers los met 100 gr kristalsuiker en de maïzena. Giet een beetje hete melk bij het eimengsel, roer glad en giet terug in de pan. Verwarm al roerend tot een dikke custard. Laat afkoelen.

Maak een kruimelmengsel van 75 gr ongezouten roomboter, 100 gr bloem, 50 gr kristalsuiker en een snufje zout. Meng tot grove kruimels.

Verdeel het deeg in 10 porties. Vorm bolletjes en druk plat op een met bakpapier beklede bakplaat. Laat 30 min. narijzen.

Verwarm de oven voor op 180°C. Maak in het midden van elk bolletje een kuiltje. Vul met een lepel custard en een lepel pruimencompote. Bestrooi met de crumble. Bak de broodjes 20–25 min. goudbruin en gaar. Laat afkoelen op een rooster.