Spoel de rabarber onder stromend water. Snijd 1/3 van de rabarber in stukken van ongeveer 5 cm lang. Voeg de rabarber, 25 gr kristalsuiker en het water samen in een pan. Kook de rabarber in 5 min. beetgaar en spoel koud.

Snijd de rest van de rabarber in boogjes van 2 cm breed. Rasp de sinaasappel (rasp het witte gedeelte niet mee, dit is bitter) en pers het sap uit. Breng de helft van het sinaasappelsap samen met de rabarber, 50 gr kristalsuiker en de helft van de vanillesuiker aan de kook. Laat 15 min. doorkoken op laag vuur, voeg de sinaasappelrasp toe en laat afkoelen tot kamertemperatuur.

Rasp de witte chocolade. Klop de slagroom tot yoghurtdikte. Klop de mascarpone los in een aparte kom. Voeg de kwark, de rest van de kristalsuiker en vanillesuiker toe aan de mascarpone en klop 2 min. door. Voeg de slagroom toe en spatel erdoorheen.

Verdeel de helft van de lange vingers over de bodem van een ovenschaal. Verdeel de rest van het sinaasappelsap over de lange vingers. Verdeel 1/3 van de rabarbercompote over de lange vingers, gevolgd door de helft van het mascarponemengsel en 20 gr witte chocolade. Herhaal deze stap nogmaals. Verdeel vervolgens de rest van de rabarbercompote over de bovenkant, gevolgd door de staafjes rabarber.

Hak de pistachenoten grof. Verdeel de rest van de witte chocolade en gehakte pistache over de staafjes rabarber. Laat het geheel minimaal 2 uur opstijven in de koelkast.