Meng de agar agar met 1/5 van het water en roer. Je krijgt een dikke substantie. Zet opzij.

Schil de sinaasappel en snijd de schil in dunne reepjes, dit noemen we de sinaasappel zest. Voeg de melk, cacaopoeder, 1/3 van de suiker en pure chocolade toe aan een pan op laag vuur. Verwarm het, maar laat het niet koken. Voeg de agar toe en blijf met een garde roeren totdat je een dikke substantie krijgt. Let op dat de chocolade niet verbrandt. Haal het van het vuur en voeg 1/3 van de sinaasappel zest toe. Stort de chocoladepudding in de bakvorm en laat minimaal 3 uur afkoelen in de koelkast.

Voeg de overige suiker toe in een pan met het overige water en breng aan de kook zonder te roeren. Laat op halfhoog vuur karamelliseren. Roer de boter erdoor en voeg de slagroom toe. Zet het vuur laag en kook al roerend tot je een dikke saus krijgt. Voeg ½ van de pecannoten en het zeezout toe. Als de karamel hard wordt, kun je het weer op laag vuur verwarmen zodat het vloeibaar wordt.

Pak de sinaasappel waar je de zest van hebt gebruik. Snijd de kontjes eraf en snijd er partjes uit.

Rooster de overige pecannoten 3 min., terwijl je de pan schudt. Hak ze met een snufje zeezout tot een crumble.

Haal de pudding voorzichtig uit de bakvorm en snijd in plakjes van 2 cm. Halveer de plakjes en verdeel over de borden. Garneer met wat cacaopoeder en schep er wat salted pecan karamel saus bovenop. Leg een sinaasappelpartje naast de pudding, bestrooi met pecan crumble en een snufje zeezout en maak het geheel af met een dun lintje sinaasappelschil.