Schil de aardappelen, snijd in kleine stukken en was grondig. Maak de spruitjes schoon.

Breng een pan met water aan de kook en kook de aardappelen en spruitjes samen gaar in ongeveer 8 tot 10 min. Giet af en vang het kookvocht op.

Doe de aardappelen en spruitjes terug in de pan en zet op laag vuur. Voeg 100 ml van het overgebleven kookvocht en de melk toe. Breng op smaak met peper en zout en stamp het geheel fijn. Voeg eventueel wat extra kookvocht of melk toe voor meer smeuïgheid.

Verwarm de roomboter in een koekenpan en bak de saucijzen gaar en mooi goudbruin. Haal uit de pan en voeg de bloem toe aan het overgebleven bakvet. Roer 1 min. goed door. Verkruimel het bouillonblokje erboven en blus af met 300 ml overgebleven kookvocht. Laat inkoken tot er een heerlijke jus ontstaat en breng eventueel op smaak met peper en zout. Serveer de stamppot met de saucijzen en de jus.