Laat de boter en eieren op kamertemperatuur komen. Verwarm de oven voor op 180°C. Vet de springvorm in met boter. Bekleed de bodem met bakpapier.

Verhit in een hoge pan 50 gr suiker en het water. Belangrijk om niet te roeren, maar wacht tot het mengsel goudbruin kleurt. Voeg daarna al roerend met een garde de slagroom toe. Het mengsel zal flink gaan bubbelen. Voeg vervolgens 30 gr roomboter toe en roer goed door. Laat de saus afkoelen en giet daarna in de springvorm.

Halveer en verwijder het klokhuis van de appels en snijd ze in dunne schijfjes. Verdeel de appelschijfjes dakpansgewijs over de bodem. Werk in cirkels van buiten naar binnen toe. In totaal ontstaan er twee tot drie cirkels, afhankelijk van de grootte van de appels.

Klop voor het beslag 225 gr boter en 225 gr suiker tot de suiker volledig is opgenomen. Voeg een ei per keer toe en wacht tot alle eieren zijn opgenomen door het beslag. Rasp de oranje schil (rasp het witte gedeelte niet mee, dit is bitter) en voeg toe aan het beslag. Voeg ook de kaneel, zelfrijzend bakmeel en een snufje zout toe en klop kort door.

Giet het beslag in de springvorm en bak de cake 60-80 min. in het midden van de oven. Dek af met aluminiumfolie als de bovenkant te bruin wordt. Controleer met een prikker of de cake gaar is. Als de prikker schoon uit het midden van de cake komt, mag de cake uit de oven.

Laat de cake 5 min. in de vorm op een rekje afkoelen. Verwijder na deze tijd de springvorm. Draai de cake voorzichtig om, zodat de onderkant boven komt te liggen en laat afkoelen.