Verwarm de oven voor op 200ºC. Halveer de stronken witlof. Kook de witlof in een pan met ruim water en wat zout in circa 4 min. gaar. Giet af en laat goed uitlekken.

Ris de blaadjes van het takje tijm. Meng de helft van de eieren met de tijm, crème fraîche en Parmezaanse kaas. Breng op smaak met zout en peper. Wikkel de gehalveerde witlof in de plakken parmaham en leg in een ovenschaal. Giet hier het ei-kaas mengsel overheen.

Plaats de ovenschaal in het midden van de oven en bak in circa 10 min. goudbruin.

Meng ondertussen de panko met de citroenrasp, knoflook, olijven en roomboter. Strooi dit over de witlof en plaats nog 5 min. terug in de oven.

Schil en rasp de aardappelen. Meng de overige ei en de bieslook en breng op smaak met zout en peper. Houd wat bieslook apart voor de garnering.

Smelt boter in een koekenpan. Schep met een lepel kleine porties van het aardappelmengsel in de pan en druk voorzicht plat. Bak de aardappelkoekjes een paar min aan beide kanten, totdat ze goudbruin kleuren.

Serveer de witlof met aardappelkoekjes en garneer met bieslook.